aan stukken gooien (v) (voorwerpen) | briser en mille morceaux (v) (voorwerpen) |
aan stukken gooien (v) (voorwerpen) | se briser en mille morceaux (v) (voorwerpen) |
aan stukken gooien (v) (voorwerpen) | se casser (v) (voorwerpen) |
aan stukken gooien (v) (voorwerpen) | fracasser (v) (voorwerpen) |
aan stukken gooien (v) (voorwerpen) | se briser (v) (voorwerpen) |